Bonnen -
2
Melkfabriek
Bonnen is op deze site voor het eerst besproken in mei 1999. Het betrof het het meeslepende verhaal van Mennie Meyer. Meyer woonde tegenover de 'nieuwe' melkfabriek. De oprichting in 1895 van een boterfabriek in Gieten is besproken op de pagina 'van boterfabriek tot autogarage' Deze boterfabriek stond op de hoek van de schoolstraat en de Wemenweg. Tegenover het voormalig 'nieuwe postkantoor'.
Maar een fabriek op handkracht bleek allengs toch wel wat ouderwets en men begon te denken over 'stoomkracht'. Omdat het rondom de 'botterfabriek' toch maar wat krap was besloot men tegelijk uit te zien naar een nieuw terrein. Op 19 juli 1928 werd de nieuwe Coöperatieve Stoomzuivelfabriek 'Gieten-Bonnen' aanbesteed voor het bedrag van 43707,--
We kunnen nu ook de
tekst op voorgevel lezen:
![]() ![]()
.
In niet meer dan vier weken tijd en voor de aanneemsom
van fl 170. 00 (exclusief materialen). Het was zijn 99ste en de
schoorsteen was 25 meter hoog. De familie Udema was blijkbaar onder
de indruk van zijn vaardigheid. In het daaropvolgende jaar, 1929
dus, kwam hij wederom naar Gieten en bouwde toen in vijf weken
de 35 meter hoge pijp van Udema. De 'hoel' van Udema is in 1971
uiteindelijk weer gesloopt. In totaal hebben beide melkfabrieken slecht twee directeuren gekend. De eerste was Thie Hogen Esch. Hij werd in 1943 opgevolgd door Jo Fuller. Hij bleef totdat de fabriek in 1966 zijn deuren voorgoed sloot. De hele handel werd overgebracht naar de fabriek in Eext.
Jo Tingen vemeldt in een noot dat men al snel na de oprichting van de eerste boterfabriek opmerkte 'dat de aangevoerde melk niet alle gelijk van kwaliteit was'. Men vermengde het melk van de koe met die van het schaap. Later werd de kwaliteit van de melk nauwkeurig in de gaten gehouden door niemand minder dan m'n eigen vader.
De melkfabriek was een echte dorpsfabriek. Als kind kon ik gewoon even bij pap op bezoek gaan. Je ging natuurlijk door de achterdeur.
De stoommachine van had natuurlijk kolen nodig. Achter de fabriek lag dan ook een grote voorraad kolen. Het was de machinist zelf die dat handmatig in de bak moest scheppen. En dan ging Hendrik met de kolen naar de stoomketel.
De stoomketel was afkomstig van Van Hoen in Veendam. Was dat een bekende machinefabriek?
Ziet u hoe mooi deze ruimte is betegeld? Zowel de vloer als de wand. Dan ging het over de flessenafdeling naar boven. Daar stond de grote 'automatische boterton'. Ik herinner me dat daar vooral Ep Venema werkzaam was. De hele ruimte was geel betegeld en de boterton was blank gelakt in een rood frame. Een schitterend gezicht.
Achter de fabriek was trouwens nog veel meer coöperatiefs. De maalderij was daar. (Volgens mij heette dat in Gieten echt maalderij en geen malerij) Nadat het koren was gedorst ging het niet meer naar de molen, maar werd het naar de maalderij gebracht. Het graan werd er in een 'put' gegooid en na enige tijd kwam het er aan de andere kan weer uit als meel. Het werd daar opgevangen in meelzakken. In de maalderij kon men ook allerhande veevoer, waaronder de bekende veekoeken, kopen. En wat te denken van 'de kluis'. Vele Gieters huurden bij de coöperatie een kluis. Niet een kluis voor juwelen of belangrijke papieren. Nee, die werden gewoon in het kabinet bewaard. Het betrof hier een diepvries. Thuis had nog niemand een dergelijk apparaat. Daarom was er een gebouwtje neergezet met een hele grote vriezer. Deze was voorzien van, ik gok maar wat, vijftig kluizen. De deuren van die kluizen gingen als zware putdeksels open. Menig kind werd na schooltijd naar de 'kluis' gestuurd om daar wat gehakt of ander vlees te halen.
Voor op- en aanmerkingen of voor uw verhaal of herinnering ten aanzien van deze locatie doet u een e-mail in de brievenbus van "Het collectieve geheugen": |
||||||