Persoonlijke notitie Evert Heeg: Terug naar: Persoonlijke notities
Gladheidsbestrijding en sneeuwruimen in
de gemeente Gieten Algemeen. In de loop der jaren is het materieel steeds meer verfijnd en uitgebreid. Zoals op vele terreinen werden ook op dit gebied de eisen van gebruikers en van de inwoners steeds hoger gesteld, niet in het minst door de komst van de zogenaamde "import". Deze nieuwe bewoners veroorzaakten een grote toename van het woon-werkverkeer. In het algemeen kan worden gesteld dat in de loop der jaren het gebruik van de auto enorm toenam en daarmee het verkeer op de wegen. Inmiddels ben ik alweer vele jaren met pensioen en kom dus steeds verder van het werk af
te staan met het gevolg dat ik niet meer precies weet in welk jaar een bepaald iets heeft
plaatsgevonden. Zo herinner ik me de sneeuwperiode uit 1963 helemaal niet als
een 'ramp'.
De winterse omstandigheden waren lastig doch bepaald niet abnormaal streng (behalve de
overgang van oud naar nieuw heb ik begrepen!).
Bij beide genoemde extreme gevallen was het verkeer gedurende enkele dagen volledig ontwricht en deden zich hamsterverschijnselen onder de bevolking voor!!
Overigens nam niemand de gemeente ook maar iets kwalijk. Overmacht was overduidelijk aanwezig. Het beschikbare materiaal was verre van toereikend om maar iets te bereiken. Ook de provinciale- en rijkswegen waren afgesloten. Treinen reden er niet. Er sneeuwde tussen Groningen en Leeuwarden zelfs een heel treinstel met reizigers in. Militairen met groot materieel van de vliegbasis Leeuwarden moesten hulp bieden aan vele wegbeheerders, echter niet aan de Gemeente Gieten. Er werden op de gemeentehuizen toen Rampen Commissies onder leiding van de burgemeesters gevormd, zo ook in Gieten. Dit bleek ook wel noodzakelijk, want op deze manier kon door goed overleg tussen de Provincie en de Gemeenten elk dorp en woongemeenschap zo spoedig mogelijk een ontsluitingsroute krijgen. Ook eventuele ziekentransport en dergelijke werd centraal geregeld. Overigens viel er voor de inwoners geen enkel gevaar of voedseltekort te duchten. Op een enkele plaats was er een tekort aan opslagcapaciteit voor de melk zodat er enige melk verloren is gegaan in sloot of giertank. Materieel Zoals reeds genoemd werd er gestrooid met zand en/of zout. In de loop der jaren nam het
gebruik van zout steeds meer toe, hoewel later ook weer meer stemmen te horen waren dat
zout meer kwalijke effecten had op het milieu.
Algemene alarmering Wanneer daartoe aanleiding was werden enkele medewerkers verzocht om afwisselend 'wachtdienst' te verrichten. Deze personen luisterden dan naar alle berichten en controleerden zonodig 's morgens zeer vroeg de wegen op gladheid. Afhankelijk van hun bevindingen werden de opzichter en de chauffeurs gewaarschuwd, die op hun beurt hun hulpen optrommelden. Daarnaast werd in de loop van de ochtend informatie verkregen van de politie. de chef van de busondermemingen: de heer Vorenkamp, medewerkers van Provinciale en/of Rijkswaterstaat en soms van vroege reizigers. Werkroutes Bij de inzet werd voorrang gegeven aan de busroutes. Uitgangspunt was dat de eerste bussen om 6.30 à 7.00 uur veilig in Gieten moesten kunnen komen, zowel voor het personeelsvervoer van Udema als voor het Openbaar Vervoer. Uit persoonlijke contacten met de Udema's bleek mij dat dit zeer op prijs werd gesteld. Daarna werden de 'landbouwwegen' gestrooid alsmede hoofdwegen in de bestemmingsplannen. Als doel gold dat al deze wegen om ongeveer 10.00 uur 's morgens goed berijdbaar moesten zijn. Na 'de koffie' kon dan begonnen worden met alle overige wegen. Naast het grote materieel werd 's morgens door de overige personeelsleden het kleinere materieel ingezet voor de bushaltes, voetpaden, sommige toegangspaden met inritten etc.
Bij aanhoudende straffe oostenwind en sneeuwval moesten de auto's constant door blijven rijden om de vorming van nieuwe sneeuwduinen en dergelijke te voorkomen. Dit betekende het aantrekken van extra chauffeurs om de vaste chauffeurs tijdig rust te kunnen geven! Ook onze monteur sprong regelmatig bij voor aflossing. ln latere jaren is een enkele keer de hulp van een loonbedrijf ingeroepen. Alleen bij de grote sneeuwval zoals in 1979 en met de aanhoudende harde wind konden onze schuiven niets verrichten en moest de sneeuw met laadschoppen en dergelijke worden verplaatst. De gevolgde routing werd vrij algemeen geaccepteerd. Soms kwam er na de winter een enkele op- of aanmerking over de gevoerde werkwijze. In overleg met het College van B&W en de Secretaris is daarop besloten de routing en de wijze van werken, voor zover mogelijk, voor de winter te bepalen en vast te leggen in een korte omschrijving met routekaartje. Na goedkeuring werd dit dan ter kennisgeving aan de Raad voorgelegd. Natuurlijk bleef het mogelijk dat door omstandigheden van het voorgenomen plan kon worden afgeweken. Tenslotte kan in dezen nog worden genoemd het overleg met de buurtgemeenten. Dit had meestal tot gevolg dat wij weggedeelten in Gasselte, Rolde en/of Annen alsnog voor onze rekening namen. Uiteraard was het ook een Gieter belang dat het verkeer (waar onder de bussen) veilig verder kon rijden dan de grenzen van onze gemeente. Personeel Wanneer het werk in de nazomer bij de gemeente verminderde gingen enkelen naar 'de boer' (aardappelen en bieten rooien). Veelal steeds naar dezelfde adressen. Sommigen gingen naar 'de fabriek'(aardappelen en bieten) en een enkeling naar de 'bloembollen' in Noord Holland of naar een Waterschap om leidingen te schonen. Ook waren er enkelen die een eigen huisje met enige grond bezaten en zelf vruchten verbouwden die dan geoogst moesten worden. Het ontslaan van los personeel leverde dan ook nooit een probleem op. Men wilde vaak liever iets eerder vertrekken dan ons lief was. Met een beetje geven en nemen werd dit altijd goed opgelost. Tijdens hevige sneeuwval en vooral bij sneeuwjachten werd er dan weer een beroep op sommigen gedaan, hetgeen als normaal werd ervaren. Toen in latere jaren het los personeel in vaste dienst kon treden heeft een deel eraan gevolg gegeven, in hoofdzaak de ouderen. Een en ander betekende dan wel een extra uitgave voor de Gemeente. In extreme omstandigheden , bijvoorbeeld bij veel 'duinvorming' en/of herhaalde ijzelvorming was het onmogelijk alle wegen - vooral 's nachts - open te houden. Het aloude boermarke gebruik trad dan weer naar voren. Zonder dat er op de 'boerhoorn' geblazen was. Vooral in de buitengebieden kwamen dan groepen bewoners met handschuiven, schoppen en dergelijke de gemeente te hulp. Genoemd kunnen worden: de Gasselterweg. Achter 't Hout, Bonnen, Veenakkers, Bonnerveen en soms Bareveld.
Deze hulp was gratis voor de Gemeente d.w.z er werd geen geldelijke vergoeding gevraagd. Verwacht werd echter wel dat ze een 'zeupie' kregen aangeboden, zoals ook bij de marke ook steeds gebruikelijk was. Mijnerzijds werd dan ook (met genoegen) aan elke groep een fles met de verwachte inhoud aangeboden onder dankzegging uiteraard voor de onmisbare hulp. Ze vroegen nooit om glaasjes - dat leverde kennelijk nooit een probleem voor hen op. Mijn declaraties leidden echter tot vragen tiidens een Collegevergadering... Bij elke ploeg werden steeds één of twee werklieden van de Gemeente geplaatst liefst diegenen die in de omgeving woonden. Dit gaf de vrijwilligers het idee dat ze niet door de Gemeente aan hun lot werden overgelaten terwijl de leiding 's avonds door de eigen mensen op de hoogte werd gesteld van de vorderingen maar vooral van wat nog moest gebeuren. Wat mij altijd is bijgebleven is het volgende: men wist bij elke groep waar een ernstige patiënt aanwezig was die wel eens voor ziekenvervoer in aanmerking zou kunnen komen. Ook was altijd bekend wie reeds een afspraak bij een specialist had. Het was volstrekt vanzelfsprekend dat noodzakelijk vervoer van zieken en ouderen mogelijk moest zijn en zo nodig mogelijk werd gemaakt. Daar hoefden ze geen opdracht voor te ontvangen' Het verantwoordelijkheidsgevoel en de bereidheid samen te werken was bijzonder groot, zowel bij het personeel van de Gemeente als bij de (plattelands)bevolking. Voor de chauffeurs met hulpen die niet in de gelegenheid waren om even langs huis of kantine te rijden om iets te eten en/of te drinken, maar vooral ook om de benen even te kunnen strekken, was er gelegenheid te pauzeren in huize "Bareveld" en bij de familie Eling te Gieterveen. De warme soep, koffie en broodjes stonden altijd klaar. Bovendien was het gebruikelijk dat er dan even telefonisch contact met het kantoor of 's avonds met de opzichter thuis werd opgenomen voor het uitwisselen van gegevens. Mankementen aan het materieel tijdens het gebruik. Onze monteur en/of een plaatselijke smid werden dan ingeschakeld om desnoods een tijdelijke reparatie te verrichten. Het kwam voor dat een beroep moest worden gedaan op de zuivelfabriek in Gieten voor warm water waarmee de gevormde ijsafzettingen op het materieel kon worden verwijderd. Ook konden we vaak gebruik maken van de verwarmde werkplaatsen bij de zuivelfabriek en bij Udema. Hiervoor is ons nooit iets in rekening gebracht, ook niet voor de uren hulp van hun monteurs en de gebruikte materialen. Financiën. In overleg met de secretaris is toen voorgesteld voortaan een 'doelreserve' in de begroting op te nemen voor 'gladheidbestrijding en sneeuwruimen'. In deze reserve werd elk jaar een vast bedrag gestort dat dan ten laste van de 'wegen' werd gebracht, terwijl alle gemaakte kosten ten laste van de reserve werden gebracht. Door deze wijze van verantwoorden konden de jaarlijkse pieken en dalen worden voorkomen. Voor de aanschaf van nieuw materieel werd een krediet aangevraagd en na goedkeuring van College van B & W - Raad - Provincie beschikbaar gesteld. De rente en afschrijvingskosten werden ook dan weer ten laste van de doelreserve gebracht. Dekking voor deze uitgaven was dan altijd aanwezig zodat ook immer op een vlotte goedkeuring kon worden gerekend, vooral bij een niet sluitende gemeentebegroting van groot belang. Eenzelfde systeem met doelreserves is naderhand ook toegepast voor de totale wegenpost en voor de post 'buitenschilderwerk' aan de openbare gebouwen en de woningen die niet bij het gemeentelijke woningbedrijf waren ondergebracht. Verantwoordelijkheid Wekelijks had ik contact met het College en dan konden wederzijds inlichtingen worden gevraagd en gegeven. Daarnaast had ik aanvankelijk regelmatig contact met de Burgemeester. Na de invoering van een (politieke) portefeuilleverdeling in het College werd dat iets minder gemakkelijk. Verder had ik veelvuldig contact met de Secretaris, vooral over administratieve zaken. Op sommige vragen van de raad of inwoners werd mijn advies gevraagd. Bij hevige sneeuwval en dergelijke werd het contact met veelal de burgemeester frequenter. Hierbij werd dan tevens aandacht geschonken aan de belangen van de brandweer. Meerdere personeelsleden van de gemeentelijke brandweer waren echter in dienst van de gemeente en betrokken bij de bestrijding van de gladheid en sneeuwoverlast. De vindbaarheid van de brandkranen werd wel eens zeer bemoeilijkt door de sneeuw. Overzichtskaarten van de ligging van de kranen met nadere afstandsmaten tot de aanwezige opstanden waren altijd in de brandweerauto's aanwezig. Met het zoeken ging wel enige tijd verloren, terwijl het 'open water' ook altijd niet even open was.
Het algemeen risico dat door winterse omstandigheden toch wel werden gelopen werd door de oorspronkelijke plattelandsbevolking volledig geaccepteerd. Iedereen deed zijn best om de hinder op te heffen, dat zag je toch en dan moest je niet lopen te mekkeren. Anders werd het toen in het buitengebied de eerste boerderijtjes door stedelingen werden gekocht en verbouwd en bewoond. Deze nieuwe inwoners namen maar al te vaak 'stedelijke eisen' met zich mee ten aanzien van bijvoorbeeld de berijdbaarheid van de wegen, de openbare verlichting, de blusvoorzieningen en dergelijke. Dit geldt beslist niet voor een ieder. Ook in dezen vond toch wel een zekere maatschappelijke verharding plaats en werd de afstand tussen bestuur en bevolking steeds groter. Gieten, november 2009 Terug naar: Persoonlijke notities |