Persoonlijke notitie:
MULO-tijd Willem Hadderingh;
een tijdsbeeld 1946-1950

Terug naar: Persoonlijke notities

Mijn Mulo klas: 1946 - 1950

In 1946 ben ik naar de mulo school te Gieten gegaan. Een aantal namen van mijn medeleerlingen laat ik hier volgen, t.w. Lammie Meursing, Dries Oosterhof, Marten Smit, Cornelis Thalens, Anna Vos, Rita Rozeveld, Nolda Adams, Willem Poelman (vroegtijdig overleden) Jan Piening, Jan Kranenborg, Gerrit Dijkstra, Derk de Boer, Henk Engelsman, Harm v.d. Veen, hennie Wilms, Jacob Speelman, Steven Lanjouw, Leffers Bos, ... de Bie....
Ik weet dat er nog meer waren, doch die namen zijn aan mijn grijze massa ontglipt. Jongens en meiden van deze klas, help en vul deze namen aan.
In onze beginjaren werd de school geleid door de heer v.d. Ploeg, die later naar Groningen vertrok, en werd opgevolgd door de heer de Boer..
We hebben tevens nog een poos les gehad van de heer Hadderingh. Voor zover ik nog weet heeft die tijdelijk aan school gestaan.
Het lerarenteam bestond later uit, de Boer, Zwagerman, de Jong en juf Perdok. Een stel mensen dat zijn uiterste best deed om ons iets bij te brengen. Vooral met de mannen behoefde je geen spot te drijven . Ik herinner me ze als streng doch rechtvaardig en de afstand leraar-leerling lag ook geheel anders dan tegenwoordig. Ze waren voor ons dan ook geen Jan of Piet, doch Meneer. We wisten niet anders en vonden dit een heel normale zaak. Afstandelijk, respectvol, doch wel vriendelijk en wel begrip voor je moeilijkheden.

Juffrouw Perdok heeft met ons een moeilijke tijd gehad. Wanneer ze ons in het begin steviger had aangepakt was het waarschijnlijk anders gelopen. Achteraf heb ik wel medelijden met haar gehad, vooral als ik ze nu na ruim 50 jaar nog huilend voor de klas zie zitten, omdat die baliekluivers de boel weer op stelten zetten. Ik zie ons achter in de klas nog met de koppen onder de bank zitten, terwijl de sigaretten rook boven de bank uitwalmde. Ja, roken moesten we, we waren immers groot. Juf Perdok gaf les in de Nederlandse taal. Al met al heeft ze geloof ik een moeilijke klas aan ons gehad. Wat wil je met lummels van 15 tot 17 jaar. Bij een aantal was de ernst van het leven nog zoek. Bij mij tenminste wel. Lezen, daar hield ik van, doch geen examenstof.

Gedichten moesten we leren. Ik zie me nog zweten op:
Het regent, o wat regent het,
dat niemand daar nou iets van ziet van al die donkere dingen............
't-zal je de koekoek, kwam je kletsnat op school en dan begon dat gezemel over die rot regen. Het resultaat was dat ik de gedichten niet leerde. Dat de examinatoren daar geen rekening mee hielden, ja daar had ik niet bij stilgestaan.

De bibliotheek van Balkema bevatte voor mij veel interessante lectuur. Ik was wild op de boeken van Kart Maij. Je weet wel, daar waar Winnetou en Old Shatterhand met de berendoder over de prairie zwierven. Dat was nog eens avontuur vol boeken heb ik mee naar huis gesleept. Dat er dan van het huiswerk niet veel terechtkwam is logisch. Met al dat gedonder had ik me later zelf bij de poot, want op het examen had ik een 4½ op Nederlands. Met de hakken over de sloot en omdat ik verder goede cijfers had op vakken waar ik later niets mee heb moeten doen, redde ik het. Juist dat Nederlands heb ik mijn verdere leven bitter hard nodig gehad. Ach, later is het nog wel redelijk goed gekomen met die kwajongen uit Kostvlies.

Ik wil graag de heer de Jong, die zangles gaf, nog citeren:"Willem ga jij maar op de achterste bank zitten en doe met het zingen alleen maar je mond open en maak geen geluid."
Ik kon namelijk oerend hard en gloepend vals zingen.

Op weg naar school hadden wij ook al een hangplek. We verbleven altijd een tijdje aan de zijkant van café Vorenkamp, bij de serre aan de Eexterweg.

Ik kan mij nog herinneren dat we twee keer een vakantie met de gehele klas hebben gehouden op Schiermonnikoog en ik meen later op Vlieland. Ik kan daar niet veel meer over zeggen. Toen we naar Schiermonnikoog gingen, zijn we volgens mij op de fiets naar Stad gegaan en daar ingescheept op een vrachtschip. Vervolgens via het Reitdiep via de Louwerszee over de wadden naar het eiland. Op de wadden zijn we overgestapt op een andere boot. Van de dagen op het eiland herinner ik mij niets. Wel meen ik te weten dat we daar in een kampeerboerderij verbleven en in het hooi sliepen. Ja ook toen werden de bokken van de geiten gescheiden, want ook in de veertiger jaren speelden de hormoontjes al vroegtijdig op.
Van de vakantietocht naar ik meen Vlieland, herinner ik me alleen flarden van de fietstocht naar Harlingen. Op de terugweg zijn we langs Appelscha of Oosterwolde gefietst, waar de heer Hadderingh aan een Mulo-school stond. Ik hoop dat andere klasgenoten hier nog meer vanaf weten en dit ook aan de p.c. toevertrouwen.

Van het sportonderwijs fladderen door mijn hersenpan nog wat vervaagde gymnastiekoefeningen in een zijzaal van café Tent. Een sportlokaal hadden we niet aan de Eexterweg. Meerderen van ons zullen zich ook nog herinneren dat onze klas zich tijdens de aanbouw van een vierde lokaal een aantal weken of maanden op de zolder onderwijs hebben gehad.

Uitjes hadden we in die tijd nog niet zoveel. Gestudeerd moest er worden. Wel weet ik nog, dat we een dag op de fiets naar Dwingelo zijn geweest, om een bezoek aan de krententuinen te brengen.
Van een vriendenbezoek aan de Mulo te Borger in café Bieze is er nog iets uit de toespraak van een van de leraren blijven hangen. Hij had n.l. een probleem hoe hij ons moest aanspreken, hij twijfelde tussen, Gietenaren, Gietelingen of Gieternaarlingen. Typisch dat zoiets blijft hangen.

Er zullen zeker van mijn medeleerlingen nog andere verhalen te vertellen hebben. Kom op meiden, kom op jongens, zet de zaak op papier en doe het toekomen aan Alting. Ik heb geen foto's meer, doch er zijn vast en zeker onder jullie nog foto's te verkrijgen. Help, en geef deze klas op deze moderne manier weer een gezicht. Hoewel ik erg optimistisch van aard ben, kunnen we toch zeggen dat binnen niet te lange jaren, wij ook geschiedenis zijn...

Terug naar: Persoonlijke notities