Persoonlijke notitie Fred Bos: 
Toevallige ontmoeting oud Gieters
in Australië

Terug naar: Persoonlijke notities

(2010-01) Van Fred Bos uit Winterswijk kregen we een 'persoonlijke notitie' opgestuurd. Het is een vakantiebelevenis met een hoog nostalgisch Gieten gehalte.

Het is de beschrijving van een wel heel toevallige ontmoeting tussen twee oud-Gieters in West Australië, de ene op ongeveer 4000 km van zijn Australische huis aan de oostkust de ander op ongeveer 15000 km van het zijne in Winterswijk.

Op 14 september 2009 brachten we 's middags een bezoek aan het Maritiem Museum in Geraldton in West Australië . In dat museum liggen diverse opgedoken restanten van de op deze kust verongelukte VOC schepen waaronder de Batavia. Voor Nederlanders eigenlijk een must vanwege ons erfgoed. Nadat we de vondsten en een film over de gruwelijke (nagespeelde) muiterij van de Batavia hadden gezien, praatten we samen nog wat na over het feit dat de door onze MP zo geroemde VOC mentaliteit hier nou niet iets is om trots op te zijn.

In het museum werden we aangesproken door een Aussie, die ons vroeg of we Nederlanders waren, afgaande op de taal die we spraken. Dit konden we uiteraard bevestigen. Hij zei, dat hij van Nederlandse afkomst was en in dat hij in 1953 als zesjarig kind vanuit Drenthe naar Oost Australië was geëmigreerd met zijn ouders en zijn broer. Ik vertelde hem, dat ik ook uit Drenthe kwam en dat ik benieuwd was uit welk dorp hij dan wel afkomstig was. Hij zei, dat hij uit Gieten kwam. Ik was met stomheid geslagen, alsof de bliksem vlak achter mij was ingeslagen en liet hem mijn paspoort zien, waarin o.a. staat dat ik in Gieten ben geboren. Anders had hij misschien gedacht dat ik hem voor de gek hield.

Toen we allebei van de verbazing waren bekomen raakten we in gesprek. Als ik langzaam Drents praatte, kon hij globaal begrijpen waar ik het over had. Nederlands verstond hij niet, maar hij kon de taal wel als zodanig herkennen, vandaar dat hij ons aansprak. Omdat zijn (tweede) vrouw Karen alleen maar Engels sprak, hebben we het gesprek verder in het Engels voortgezet. Hij heet Roel (Roy) Schipper.


Roy "Roel" Schipper

Zijn vader (Albert Hemmo  1914 -1966) was indertijd knecht bij bakker Pranger aan de Eexterweg geweest. Ik herinner mij, dat indertijd alle bakkers bij bakker Wolthuis in het Spekstoep een coöperatie zijn begonnen, behalve bakker Kamphuis.

Bij deze herschikking was er waarschijnlijk geen plaats meer voor bakkersknechten. De familie Schipper heeft toen zijn biezen gepakt en is naar Oost Australië verhuisd. Vader Schipper heeft daar een goedlopende bakkerij en winkel opgezet. Ze woonden in Gieten in het witte huis (waar ook de schrijver Ben van Eysselsteijn heeft gewoond) aan de Oude Groningerweg. Ik vertelde hem, dat het huis inmiddels was afgebroken. Dat wist hij al, want een aantal jaren geleden was hij in Gieten terug geweest en had bij zijn neef Harm Kanninga gelogeerd. Nanno Pul is ook een neef van hem. Die herinnerde ik me nog wel van vroeger.


Het Witte Huis

Roel en zijn twee jaar oudere broer Geert (Gerry) kende ik niet, maar dat komt natuurlijk omdat zij op de Gieterschool zaten en ik op de Bonnerschool. We hebben adressen en e-mailadressen uitgewisseld en elkaar beloofd om contact te houden. Zo'n toevallige ontmoeting moet je koesteren.

Naar aanleiding van dit gesprek heb ik een mailtje naar mijn broer Klamer gestuurd met de vraag of hij in Gieten nog eens navraag kon doen naar de familie Schipper. Klamer heeft toen mijn mailtje doorgestuurd naar mogelijke oud-klasgenoten van Roel en Geert. Een aantal van hen reageerde positief en wist zich de familie Schipper en de jongens nog goed te herinneren. Dat mailtje heb ik toen met vertaling naar Roel Schipper gestuurd.

Roel/Roy had zijn huiswerk ook gedaan en met zijn moeder gebeld en haar over onze toevallige ontmoeting verteld. Zijn moeder, Trientje Sloots - geboren in 1917 - leeft nog en woont in een bejaardenhuis in Melbourne. Ze is als 92 jarige slecht ter been, maar geestelijk nog goed bij de pinken en kende mijn ouders van vroeger, in het bijzonder mijn vader, want die had in zijn jonge jaren nog een tijdje verkering gehad met een zus van haar. Dat was nieuw voor mij, want royaal voor mijn tijd.

De Schippers waren op hun vakantiereis intussen ruim 700 km naar het uiterste zuidwesten afgezakt om op bezoek te gaan bij Roels dochter, die in Margeret River woont. Daar komen ze niet zo vaak, want de afstand tot het ouderlijk huis is ongeveer 4000 km. Wij zaten op dat moment in Eagle Bay op 45 km afstand en zouden de volgende dag via Margaret River verder langs de zuidkust een eind naar het oosten gaan. We hebben toen afgesproken om elkaar tegen het middaguur bij het plaatselijke Visitors Center te ontmoeten. Daar hebben we ook zijn dochter en kleinzoon ontmoet. Uit het verdere gesprek bleek, dat zijn vader vroeger bij ZZG had gezwommen en ook wat clubrecords achter zijn naam had staan. Hij heeft het gedenkboekje van ZZG thuis liggen. Ik zei hem dat ik daar ook in stond met wat clubrecords achter mijn naam en ook nog een foto van ons team, dat in Stadskanaal de prijs had gewonnen.


1962 Fred Bos, bovenste rij , vierde van links.
Zie ook groepsfoto's

Helaas heb ik dat boekje zo goed opgeborgen, dat ik het niet terug kan vinden. Hij heeft thuis dus een foto waar ik ook op sta. Na dit gesprek zo'n kleine twee weken na het eerste, nemen we weer afscheid van elkaar.

Wie schetst onze verbazing als we een week later in Walpole brood gaan halen in de bakkerswinkel om daar even later te worden aangesproken door Roel Schipper. Roel en Karen zijn op weg naar huis en volgen dezelfde route als wij. Als zij in Walpole een rustpauze inlassen, zien ze ons aan de andere kant van de straat van het postkantoor naar de bakkerswinkel lopen. Dat is een afstand van zo'n honderdvijftig meter. Hij komt ons achterna en spreekt ons in de winkel aan. Bij hen in de caravan drinken we koffie en praten verder. We hebben de laatste weken allebei allerlei zaken uit onze jeugd weer in de herinnering opgehaald en herkennen veel van elkaars ervaringen. Bizar om op vakantie in Australië met je jeugd in Gieten en Bonnen bezig te zijn!

We wensen elkaar bij het afscheid een prettige voortzetting van de vakantie en gaan ieder ons weegs. Een aantal dagen later zijn we in Albany, een grotere plaats met ongeveer 30.000 inwoners. We besluiten om in het grote overdekte winkelcentrum de Plaza de noodzakelijke boodschappen te gaan doen. Als we onze boodschappen gedaan hebben, besluiten we om een kopje koffie te gaan drinken. Als we bijna bij het terrasje zijn, staat een ons volslagen onbekende man van zijn stoel op. Hij spreekt ons aan met de woorden: "You are Dutch"! Nooit geweten dat we er zo Nederlands uitzien. Dan zien we dat Roel en Karen aan hetzelfde tafeltje zitten met de rug naar ons toe. Het blijkt dat de man die ons aansprak een goede vriend van hen is. Ze hadden hem net het verhaal van onze vorige ontmoetingen verteld en laten hem, om dat te ondersteunen, digitale foto's van ons zien. Als de man opkijkt ziet hij ons aankomen lopen en spreekt ons aan. Dit kun je toch echt niet verzinnen! Na de koffie scheiden zich onze wegen echt, want wij buigen af naar het noorden om via Hyden weer terug te gaan naat Perth, terwijl zij hun reis naar het oosten voortzetten.

Terug thuis blader ik in het gedenkboek van de Bonnerschool en ontdek daar, dat Trientje Sloots en Fennie Alferink samen op een klassenfoto staan.


De bedoelde klassenfoto uit 1925: Trientje Sloots staat als derde op de derde rij, Fennie Alferink op dezelfde rij maar dan als negende. Alleen is de rijaanduiding onduidelijk...
 

Onze beide moeders hebben dus op de lagere school bij elkaar in dezelfde klas gezeten!! Dat kan ook wel kloppen , want mijn moeder is ook in 1917 geboren. Via Marktplaats bemachtig ik nog een exemplaar van het Bonnerschoolboek, dat ik als kerstgeschenk naar Australië heb gestuurd. Roel en Karen zijn er erg blij mee. Jammer genoeg kunnen ze het Nederlands niet lezen. De eerstvolgende keer dat ze naar moeder in Melbourne gaan nemen ze het Bonnerschoolboek voor haar mee. Ik ben benieuwd wat we dan te horen zullen krijgen uit haar jeugdherinneringen.

Winterswijk, Fred Bos, december 2009

Overigens zingt dit wonderlijke verhaal het hele dorp door. Terzake weet Lambert Venema uit Norg het volgende nog toe te voegen:

Wat ik wil zeggen is het volgende. Ik heb Gerrie en Roelie Schipper heel goed gekend. Ik heb mijn jeugd ook aan de Oude Groningerweg doorgebracht (we waren bijna buren) en veel met beide jongens gespeeld in het grote witte huis. Wat kon je daar geweldig verstoppertje spelen. Ik bewaar daar goede herinneringen aan. Ook mijn oudere broer Johannes kan, via zijn herinneringen aan ZZG destijds, nog behoorlijk wat over de familie Schipper vertellen. Overigens zaten mijn broer Johannes en Frederik Bos volgens mij in hetzelfde waterpoloteam van ZZG. Hoe klein is de wereld.
 
Het bijzondere voor mij in dit verhaal is dat ik een aantal jaren geleden Harm Kanninga (komt ook voor in het verhaal en is de zoon van Anne, de busschauffeur) en zijn vrouw heb ontmoet. Zij waren op zoek naar het boek "Het jaar van de ooievaar". Al pratende kwamen wij er achter dat zij naar Australië gingen om een bezoek te brengen aan de fam.Schipper. Ik heb hun toen wat foto's meegegeven. Nog een foto waar de jongens hun oma op staat en eentje waar wat stoere jongens uit de Spekstoep e.o. opstaan in een oude jeep. Waarschijn ter gelegenheid van 5 mei (ergens begin vijftiger jaren). Daar staat Gerrie Schipper ook op. Helaas heb ik van de fam. Kanninga nooit weer iets gehoord. Of er sprake is geweest van herkenning weet ik dus niet. 

Terug naar: Persoonlijke notities