Persoonlijke notitie Dick
Scholing:
Herinneringen aan stelmakerij én
smederij Dijkhuizen
Terug naar: Persoonlijke notities
(2013-12)
Herinneringen van Dick Scholing over stelmakerij én smederij Dijkhuizen.
Oorspronkelijk werd dit verhaal gepublicerd op "Het Collectieve Geheugen van
Gieten op Facebook".
Zo’n 15 jaar geleden was ons dorp nog een heuse
stelmakerij rijk. Een familiebedrijf sinds het begin van de vorige eeuw en tot
eind jaren negentig nog in het bezit van de gebroeders Dijkhuizen. Alle dagen
waren de beide bejaarde broers bezig in het oude pand aan de Eexterweg. Af en
toe werd er nog een dikke boom tot planken gezaagd. De ‘Lange Jan’ werd dan
gebruikt om de boom op de zaagrails te krijgen. Er viel veel te zien in de
stelmakerij. Alle machines werden met enorme banden aangedreven door een
elektromotor van enkele pk’s. Het was dan een hels kabaal. Praten kon je dan
niet met de broers, had ook weinig zin want ze waren stokdoof. Vaak deden ze met
hun knoestige handen, stilzwijgend hun arbeid.
Af en toe kocht ik daar een nieuwe steel voor een bezem of schop. Later kocht ik
daar een heuse eiken bank die nog steeds in gebruik is en ons vermoedelijk wel
zal overleven. Natuurlijk was er heel wat arbeid en tijd voor nodig om de bank
klaar te krijgen. Zodoende liep ik daar nog al eens binnen om te kijken hoe ver
men met de bank gevorderd was. Uiteindelijk kon ik de bank ophalen en betaalde
het afgesproken bedrag. Achteraf gezien was dat een schijntje, het stond in geen
verhouding tot de vele uren arbeid.
Niet veel later deden geruchten de ronde in het dorp dat het niet goed ging met
de broers, of in ieder geval met een van de bejaarde echtgenotes. Een
belangrijke schakel ontbrak nu in het dagelijkse bestaan van deze markante
figuren. Steeds vaker bleef de stelmakerij gesloten en stonden de machines stil.
Het pand - waarin geen jaren was geďnvesteerd – begon nu te verpauperen.
Op een dag liep ik langs de stelmakerij en zag achter een van de kleine ruitjes
van de toegangsdeur een bordje hangen. Op het bordje stond met krulletters
geschreven: ‘Gesloten. Voorgoed’. Het raakte me, want ik wist maar al te goed
wat dat betekende. Einde van een prachtige historie. Het zou nooit meer terug
komen. En zo geschiedde, een tijd later werd de boel verkocht en de hele
inventaris van de stelmakerij werd overgenomen door de beheerders van de bekende
molen “De Wachter” in Zuidlaren. Het oude pand werd gesloopt en nu staan er op
de kavel - toegegeven - prachtige appartementen.
Op
een steenworp afstand van de stelmakerij stond aan de Brink in Gieten het pand
van de dorpssmid annex rijwielhandel en hoefbeslag. De smid was een verre neef
van de gebroeders Dijkhuizen van de stelmakerij. Het stokoude pand had weinig
historische waarde, maar wel een pand met historie. Het voorste gedeelte bestond
uit een woonvertrek en een kleine winkel, waar een aantal nieuwe – maar vaak
overjarige – fietsen stonden en natuurlijk diverse onderdelen. In de smederij –
waarin het vuur allang was gedoofd - stonden een groot aantal fietsen en
bromfietsen. Je kon er de ‘kont niet keren’. De werkbank lag bezaaid met
allerlei gereedschappen en gebruikte onderdelen. Alleen de smid wist zijn weg
daarin te vinden.
Ik ben vaak bij hem geweest voor reparatie van een fiets of aanhangwagen en
zelfs mijn eerste fietsendrager is nog een keer door hem aangepast, waarna het
ding nauwelijks meer te tillen was. De smederij was 6 dagen per week geopend. Op
zaterdag werd er niet gerepareerd en je zag de smid dan ook met een schone
blauwe kiel aan en altijd een grote sigaar ‘in zijn hoofd’.
Smid Dijkhuizen had een belangrijk handelsmerk en dat was de factor tijd en
geld. Voor weinig geld bood hij zijn diensten aan, maar had je daarnaast haast
dan was je bij hem aan het verkeerde adres. Als het op betalen aan kwam had hij
ook diverse mogelijkheden. Betaalde je contant dan kwam zijn geldbuidel “uut de
buus” die vervolgens zorgvuldig opengemaakt werd. De geldbuidel was niet meer
dan een soort leren lap met gaatjes, waardoor een veter was gelust. Je kon zien
dat er altijd veel geld in zat. (Als ‘wetsdienaar’ belast met naleving van
rechten en plichten heb ik mijn zorgen naar hem toe destijds geuit, edoch hij
mompelde wat en dat het gevaar wel mee zou vallen). Een andere mogelijkheid om
met hem af te rekenen was het uitschrijven van een girobetaalkaart. Het kon
jaren duren voordat het betaalmiddel geďnd werd en maar al te vaak bleef dat
achterwege. Veel mensen wisten dat en maakten daar (mis-) gebruik van. Er werd
ook niets opgeschreven, alles zat in het hoofd en daarnaast vertrouwde de smid
op de eerlijkheid van de mensen. Wat een integriteit!
De Rabobank had al vaker belangstelling getoond voor het pand, maar kennelijk
wilde Dijkhuizen sterven in zijn harnas en dat gebeurde ook. De smid werd ter
aarde besteld en het pand aan de Brink werd met de grond gelijk gemaakt, waarna
het bankgebouw werd uitgebreid en gemoderniseerd. Smid Hennie Dijkhuizen stierf
in 1996. Ter nagedachtenis aan zijn verleden werd in 1998 een standbeeld op de
Brink onthuld, voorstellende de smid achter zijn aambeeld.
Dick Scholing, Gieten 4 november 2013
Terug naar: Persoonlijke notities